Fr

INTELLIGENCE

Het Belgische luik van 'Re-evaluating media' rehabiliteert' de traditionele media

Woensdag 4 September 2019

Het Belgische luik van 'Re-evaluating media' rehabiliteert' de traditionele media



Zoals Saskia Schatteman (CEO van de Var) in maart in haar functie van Via (ex-BVAM) voorzitter aankondigde, gaf de vereniging van audiovisuele media Ebiquity de opdracht om een Belgische versie van het ‘Re-evaluating media’ onderzoek te voeren. De studie die de impact van reclame op merken en de mediaperceptie van marketeers meet, is interessant omdat ze een comparatieve analyse levert. Tussen de perceptie van de media-efficiëntie en de bewezen impact van elk medium op basis van de beste studies die de afgelopen jaren gevoerd werden.

De studie werd oorspronkelijke gevoerd in het Verenigd Koninkrijk op verzoek van Radiocenter en ze werd in oktober vorig jaar voorgesteld door Commpass. Net zoals bij de oorspronkelijke studie rehabiliteren de Belgische resultaten de ‘traditionele’ media.

Ter herinnering, deze studie bestaat uit twee lagen: de eerste is gebaseerd op een reeks interviews uitgevoerd door Echo Research in samenwerking met UBA (de resultaten van de enquête werden in avant-première voorgesteld tijdens de MediaDate vorige week). 67 adverteerders en 36 vertegenwoordigers van bureaus (voornamelijk media) werden geïnterviewd, online (81%) of telefonisch (19%). In deze interviews werden negen reclameattributen geïdentificeerd die groei op lange termijn genereren.

Het tweede deel evalueert een reeks media op basis van de mate waarin ze voor elk van de attributen kunnen presteren. Deze evaluatie die vooral gebaseerd is op bestaande studies (140 bronnen), resulteerde in een gewogen rangschikking van de verschillende communicatiekanalen. In dit geval gaat het om de audiovisuele media (tv, radio en bioscoop), de pers (tijdschriften en kranten), OOH, de geadresseerde direct mail, display en online video, alsook de sociale netwerken.

Een van de belangrijkste lessen van het Belgische onderzoek? De evaluatie van de negen attributen die de mediakeuze voor een campagne bepalen, tonen een duidelijk verschil tussen wat studies suggereren over hun prestaties en de algemene perceptie van de markt.

Uit interviews met adverteerders blijkt ook dat ze 46% van hun budget investeren in korte of lange termijn-activeringen en 54% in campagnes voor merkontwikkeling.
Een andere opvallende bevinding, en meer nog dan in de Engelse studie: targeting lijkt het media-attribuut te zijn dat beschouwd wordt als het belangrijkste ter bevordering van groei op lange termijn, voor de mogelijkheid om de consideratie van een merk te bevorderen of een positieve emotionele reactie te genereren.

In de perceptie van adverteerders en bureaus werken sociale media en online video het beste op gecombineerde attributen, gevolgd door radio en tv. In het licht van de 140 geanalyseerde onderzoeken presteren ze echter het best (tv en radio), terwijl online video en display het zwakst presteren. Hiermee sluit de Belgische studie aan bij de lessen van de Britse studie.

Ebiquity merkt op dat in België de meeste traditionele media ondergewaardeerd worden door adverteerders, ongeacht de geanalyseerde factoren, terwijl dezelfde adverteerders de waarde van online video en sociale media overschatten.

Ook wijst het onderzoek op een kloof tussen het investeringsniveau in bepaalde digitale media en de waarde die ze opleveren.

“Een herbeoordeling van de mediamix zou adverteerders kunnen helpen om op de lange termijn een betere groei te realiseren", concludeert Ebiquity.

Meer details hier.

Archief / INTELLIGENCE