Binnenkort drie jaar geleden presenteerde het CIM aan de markt zijn ToVA, een intern ontwikkelde planningtool die voor het eerst TV en online video (YouTube inbegrepen) samenbracht in een enkel instrument voor de Belgische mediabureaus. Om het praktische nut te benadrukken wil het instituut nu een aantal use cases in de kijker zetten. Een goeie aanleiding voor extra duiding door Robin Florin, media director bij het CIM.
Eind deze maand is het tijd voor jullie tweede Staten-Generaal, Robin, en ook de afgelopen maanden hebben jullie niet stilgezeten. Zo hebben jullie onder andere gewerkt aan jullie in 2022 gelanceerde ToVA. Waar staat die afkorting ook alweer voor en wat doet de tool precies?
ToVA staat voor Total Video Advertising Planner. Het is een tool voor mediabureaus en broadcasters die het mogelijk maakt om videocampagnes in hun geheel te bekijken, dus zowel offline via de klassieke televisie als op de verschillende online platformen, met inbegrip van de lokale BVOD en YouTube. Het is de enige tool in België en in heel wat andere landen waarmee je de hele OLV-consumptie kunt analyseren.
De gehanteerde data komen zowel uit de televisie- als de internetstudie; beide bronnen worden aan elkaar gekoppeld door een cross-platform survey, een bevraging naar internet- en televisiegedrag die we elk jaar doen. Aldus kunnen we klassieke GRP’s en impressies met elkaar vergelijken. Dat maakt het mogelijk om voor een te plannen campagne te bepalen wat bijvoorbeeld het incrementele bereik is van online versus offline, of wat voor bereik CTV extra toevoegt, enzovoort.
ToVA werd drie jaar geleden aan de markt voorgesteld, maar heeft ondertussen aan een aantal innovaties gewerkt. Welke zijn dat?
De belangrijkste van dit jaar is beslist de toevoeging van Connected TV, zowel voor de BVOD als voor YouTube, zodat we een vollediger beeld van de videoconsumptie krijgen. Anderzijds was er ook de introductie van de JAR-methode. Dat is in feite een moeilijk woord om te zeggen dat er first party cookies gebruikt worden om meer betrouwbare metingen te hebben.
Om een en ander duidelijk te maken komen jullie nu met een reeks video’s (*) die de toepassing van ToVA moeten duidelijk maken. Waarom?
Het leek ons nuttig diverse use cases in de verf te zetten om zo de inbreng van de verschillende mediakanalen tastbaar te maken en het belangrijke aandeel van de lokale spelers in het bereik van campagnes te benadrukken aan de hand van praktische voorbeelden.
Zo is een van de video’s bijvoorbeeld gewijd aan de analyse van een targeting supplement. Je moet weten dat bij online video sommige broadcasters een supplement vragen om bepaalde doelgroepen te targeten. Met ToVA kun je dan op voorhand bepalen hoe nuttig dat is en wat het oplevert. Andere use case is de beste manier om een balans te vinden tussen tv en online video voor een specifieke doelgroep.
In totaal hebben we zo acht voorbeelden die adverteerders en hun bureaus kunnen helpen.
Wat voor projecten zitten er in de pijplijn voor de toekomst?
ToVA is echt een planning tool, dus de post-buy-analyses kunnen er niet mee gedaan worden, maar we zijn wel aan het werken aan zo’n post-buy hulpmiddel. De bedoeling is dat de tool er tegen volgend jaar zal zijn. Vandaag zijn de gesprekken met de broadcasters volop bezig, omdat we daar ook hun ad server data voor gaan nodig hebben. We zitten nog in de verkennende fase om te bekijken welke data we kunnen uitwisselen, welke velden we kunnen gebruiken, hoe we kunnen matchen, enzovoort.
Een ander project betreft de uitwerking van een impactfactor die ook rekening houdt met attention. Dat is naar aanleiding van een vraag vanuit de markt. Dus hier ook gaan we moeten kijken hoe we die impactfactor op een neutrale manier in de markt kunnen zetten, zodat die ook door iedereen aanvaard wordt.
Nog een onderwerp dat we onderzoeken is een manier om outstream video in ToVA te integreren aangezien we vandaag enkel het in-stream gedeelte dekken. Tegen 2026 zouden we ook dat graag rond hebben.
En natuurlijk zouden we naast YouTube ook andere platformen toevoegen, maar dat is allesbehalve evident, omdat die niet bereid zijn hun data op basis van dezelfde normen te delen. Dat zien we ook in andere landen: die gemeenschappelijke standaard vinden om samen te werken, is de moeilijkste factor. Maar we werken eraan.
(*) De vijf eerste video's zijn gewijd aan getuigenissen van Laurence Hellinckx (Omnicom), Hanne Henkens (ZIGT), Laurie Tchaoussoglou (Wavemaker), Charlotte Van der Stappen (Ads & Data) en Robin zelf zijn al verschenen. Zullen nog volgen: Delphine Goor (Mediaplus), Mélusine Naômé (DPG Media) en Lise Renard (Mindshare) .