Fr

TRAINING&BOOKS

'Bubbel': Bruno Vanspauwen in de coulissen van reclame en media

Zondag 22 Augustus 2021

'Bubbel': Bruno Vanspauwen in de coulissen van reclame en media

Oude rotten in het vak kennen hem wellicht als medeoprichter van GV Company en levensgenieters smullen ongetwijfeld van zijn columns in De Standaard. De kans is groot dat ook literatuurliefhebbers voortaan uitkijken naar de vruchten van zijn altijd spitante, vaak heerlijk ironische pen. Net voor de zomer publiceerde Bruno Vanspauwen immers zijn eerste roman, Bubbel, en die leest als een trein. Een uitgelezen motivatie om af te zakken naar zijn prachtige woon- en werkplek in de Brusselse rand voor een boeiend gesprek over het reclamevak, de media en de jonge generatie.

De meeste mensen die al een tijdje in de sector werken, kennen je natuurlijk wel, maar voor de jonkies is het misschien wel nuttig om je even voor te stellen.

Zeker. Als Brusselaar heb ik communicatiewetenschappen gestudeerd aan de VUB, want ik wilde kunnen leven van mijn pen. Eerst heb ik een tijdje als freelancer gewerkt voor Het Laatste Nieuws, maar daarna ben ik in de reclame gestapt, als copywriter bij TBWA.

In 1990 heb ik dan met Gerard Govaerts GV Company opgericht; het was het geknipte moment om een bureau te beginnen. VTM was net een jaar eerder gestart en dat betekende een enorme boost voor de reclame-industrie: opeens konden we tv-spots maken. We zijn als een speer omhooggegaan en klanten kwamen bij ons aankloppen zonder dat er pitches aan te pas kwamen. We leefden in een staat van genade.

In 1998 kregen we dan een aanbod dat we niet konden weigeren van TBWA in New York en hebben we een deel van onze aandelen verkocht. In 2010 ben ik definitief vertrokken. Ik werd dat jaar 50 en ik was na bijna 30 jaar reclame aan iets anders toe. Ik wilde iets gaan doen met mijn interesse voor wijn en gastronomie. Bovendien was ik de files beu en ik had zin om van thuis uit te werken. Dat bevalt me vandaag nog steeds uitstekend.

Hoe kijk je terug op die drie decennia als reclamejongen?

Heel positief. De sector heeft me veel gegeven en ik heb er goed aan verdiend. Reclame wordt vaak beschouwd als de duivel, terwijl de journalistiek de aura van een nobele missie krijgt. Maar je mag niet vergeten dat de media een groot deel van hun inkomsten aan reclame danken en met het grootste deel van de reclamekoek gaan lopen, niet de reclamebureaus. Ik moedig creatieve jonge mensen dan ook altijd aan om in de reclame te gaan werken, omdat je daar het best beloond wordt voor je inspanningen, beter dan in de media en zeker dan in de cultuurwereld. In de reclame kom je bovendien in contact met het reële leven, je leeft niet in een bubbel die losstaat van de realiteit. Bovendien maak je kennis met heel veel verschillende sectoren.

Tijdens de lockdown maakte je werk van een boek dat al een tijdje in je hoofd zat. Het is je eerste roman. Wat kun je ons daarover vertellen?

Een roman uit je pen wringen is helemaal iets anders dan copy of non-fictie schrijven (iets wat Vanspauwen al meermaals gedaan had, met boeken als ‘Waarom reclame niet werkt’, ‘De reclamejongens’ en ‘De miljoenen van De Morgen’, net als een aantal boeken over wijn en gastronomie, nvdr). De lockdown was een uitstekend moment om me aan die oefening te wagen.

‘Bubbel’ vertelt het verhaal van een bedrijf dat kauwgom produceert en de slabakkende verkoop wil aanzwengelen. Het schakelt daarvoor een reclamebureau in dat uitpakt met het nieuwe wonderwapen van de marketing: 360°. In een gonzend universum van ononderbroken reclame, entertainment en digitalisering wordt de kauwgombubbel opgeblazen tot hij uit elkaar dreigt te spatten.

Dat klinkt behoorlijk levensecht, Bruno. Zijn je personages even waarheidsgetrouw of zijn het fictieve helden?

Fictief, maar uiteraard wel gebaseerd op mijn eigen ervaringen. Het zijn composietfiguren, waardoor de lezers ongetwijfeld bepaalde karaktertrekken van een aantal vakgenoten zullen (denken te) erkennen.

Dat maakt het nog leuker natuurlijk. Het verhaal leest bijzonder vlot weg en is heel geestig geschreven. Zelf omschrijf je het als onderkoeld grappig.

De plot is al schrijvend ontstaan en ik had meteen door dat serieuze literatuur niet aan mij besteed is. Sommige mensen zeggen dat m’n boek aanvoelt als een langgerekte reclamespot, met korte scènes die elkaar opvolgen. Ik heb graag dat het vooruitgaat. Ook niet onbelangrijk: ik heb geen serieuze diepzinnige boodschap te delen en ik schrijf geen thrillers, ik neem de lezers gewoon mee naar de coulissen van de reclame- en mediawereld. In feite lees ik niet graag fictie. Er gebeuren al genoeg rare dingen in de wereld. De realiteit overtreft de fictie trouwens regelmatig.

Waarom zouden mensen ‘Bubbel’ moeten lezen?

Als je in de mediawereld of entertainmentsector zit, zal je zeker dingen herkennen. En leken zullen zeker dingen opsteken over de reclamesector. Opvallend tegenwoordig is dat reclame tegenwoordig almaar vaker vervangen wordt door PR. PR-bureaus reiken redacties kant en klare content aan, ze spelen in op het gebrek aan tijd en geld waarmee journalisten kampen. Ik word elke dag bestookt met persberichten, maar ik ben er immuun voor geworden. Waarom zou ik hun content gratis overnemen terwijl ik in de reclame betaald werd om hem te maken?

Tegelijk zie je dat mediabedrijven in handen zijn van de elite van ons land. Dat geldt niet voor de overblijvende onafhankelijke reclamebureaus: dat zijn kleine ondernemers. En toch heeft in onze wereld iedereen iets te verkopen en dus heeft iedereen ook reclame nodig, ook diegenen die ertegen zijn.

De sector zal in al die jaren wellicht onherkenbaar veranderd zijn. Welke evolutie vind je het markantst?

Toen we in 1990 begonnen, voelde je heel voorzichtig de digitalisering komen (GV Company was het eerste Belgische bureau dat met zijn eigen website uitpakte, nvdr). De digitale wereld is zoveel complexer dan de analoge, voor de bureaus, maar ook voor de adverteerders. Het was al zo moeilijk om op te vallen en dat is nu nog lastiger: iedereen kijkt op steeds kleinere schermen. En iedereen begint reclame te maken, ook kleine bedrijven. Het internet is wat dat betreft de grote gelijkmaker.

Als ik nu kijk naar de campagnes die we gemaakt hebben, dan denk ik dat ze vandaag niet meer mogelijk zouden zijn. Nu is alles veel vluchtiger: alles moet sneller en goedkoper. De prijzen zijn ingestort. De bureaus krijgen ook concurrentie van de influencers, maar ik denk wel dat bureaus zullen overleven als ze zich aanpassen.

Heb je plannen voor een volgende roman?

Ik ben aan een volgend boek bezig, maar over een ander thema; over de reclame heb ik ongeveer alles gezegd wat ik wilde zeggen.

Welke ambities koester je voor de komende jaren?

Gezond blijven. Er ligt meer achter me dan voor me, ik heb dus geen zin meer om me bezig te houden met negatieve gevoelens of mensen die me niet aanstaan, wel met de nieuwe generaties die opgroeien, mijn kinderen, om te zien hoe anders zij denken en dingen aanpakken.

Ik heb schrijversbloed, ik heb altijd van m’n pen willen leven en ben blij dat me dat gelukt is. Dat ga ik gewoon blijven doen, ik ben blij dat het nog kan. Ik houd veel van de rubrieken die ik heb: op restaurant gaan is iets waar ik opwinding voor kan voelen. Weet je, ik heb altijd veel van eten gehouden, als kind al ging ik liever op restaurant dan naar een pretpark en mijn moeder kookte bij wijze van cadeautje een heel menu voor me als ik jarig was. Ik deed hetzelfde voor haar als zij jarig was.

Heb je tot slot de ultieme restauranttip voor onze lezers?

Ik ben een grote fan van Joachim Boudens en Gert De Mangeleer. Vandaag runnen ze L.E.S.S, een no-nonsense gastronomisch concept met Aziatische inslag, waar je kunt eten aan de toog. Ik ben geen fan van stijve meergangen menu’s: dat is me te traag en te saai. Geef mij maar een laid back etentje met producten van de beste kwaliteit.

Archief / TRAINING&BOOKS