Fr

BRANDS

Cloud living met je moeder, door Bruno Liesse (senior consultant Media & Marketing)

Zondag 15 Maart 2020

Cloud living met je moeder, door Bruno Liesse (senior consultant Media & Marketing)

Het virus deed straten, kantoren, winkels leeglopen. De hele stock toiletpapier moest eraan geloven. Cafés en restaurants gingen onherroepelijk dicht. Een beetje zoals de wereld na de bom er moet uitzien, met een paar verdwaalde zielen die nog buiten rondlopen, onverantwoorde burgers die als schuldige pestlijders hun vieze kiemen in je gezicht hoesten, net voor je deur. Vol paniek slaat je verbeelding op hol als je denkt dat je ergens in een uithoek van Spoed zult terechtkomen, of zieltogend op de parking een laatste keer probeert je man of vrouw te bellen. Allemaal het gevolg van een paar Chinezen die ergens in een rijstveld een of ander beest verorberd hebben terwijl dat niet mocht. Van een ellendig einde gesproken.

Maar blijf vooral rustig. In het slechtste geval ken je hoogstens iemand die in een bedrijf geweest is waar twee luilakken met ziekteverlof zijn en er gefluisterd wordt dat een van hen in Italië gaan skiën was. Dat is het zowat. Binnen drie weken, een paar duizend gevallen en helaas ook enkele echte overlijdens later, zullen de beurzen uit het dal klimmen en de cafés wel weer opengaan.

Wat we geleerd zullen hebben? Wellicht niet veel. Behalve de finesses van leven in de virtuele wereld, cloud living. Een blijvertje, als we een recente studie van Dentsu Aegis Network mogen geloven.

Het ene evenement na het andere wordt geannuleerd, waardoor het opeens duidelijk wordt hoeveel er wel zijn in onze marcom wereld. En dan zijn er nog de vele vergaderingen die afgelast worden. Idem dito voor opleidingen, presentaties, drinks. Wat rest er de reclamejongens en -meisjes, de marketeers nog? Alle mogelijke videoconferentiesystemen, natuurlijk. We gaan skypen, veel skypen. En whatsappen, viberen, facetimen, whatever. We gaan zelfs events als de Best Brands uitzenden op televisiezenders als LN24: goed voor hun bereik, tiens. En bellen, gaan we, veel bellen.

Natuurlijk weet iedereen dat videomeetings met een half dozijn mensen rond een virtuele tafel nog nooit gewerkt hebben. Er zijn er zeker twee die te laat opdagen, meestal de Zwitser of de Portugees. Een derde heeft geen geluid. De vierde moet het zonder beeld stellen. Die krijgt de PowerPoint na de meeting, want natuurlijk is die niet verstuurd voor de vergadering. Nummer vijf zit zich precies te vervelen en dat werkt op je zenuwen. En zo gaat het iedere keer weer. Je probeert je IT-manager te pakken te krijgen en als je dat eindelijk lukt, kijkt hij je beteuterd aan, omdat je te oud of te jong bent, zodat je niet weet welk HDMI-kanaal je moet kiezen. Dooddoeners als ‘Da’s nog nooit gebeurd, wat heb je gedaan?’, krijg je er gratis bij.

Over het geharrewar met codes voor conference calls zwijg ik. Of niet? Zogenaamde gesprekken waarbij je de man die vanuit zijn auto belt onmogelijk kunt begrijpen. Twee anderen staan op speaker, met een echo waar een zwembad een punt kan aan zuigen. En dan heb je de Parijzenaars, met een accent dat zelfs doorklinkt in het Engels. De hel die losbarst als iedereen tegelijk het woord neemt, zonder dat je precies weet wie er nog aan het gesprek deelneemt, noch hoe je het kunt beëindigen. Tot je opeens doorhebt dat je in het niets aan het praten bent: iedereen is weg.

Los van de geneugten van conference calls en videomeetings, moet je bij het thuiswerken rekening houden met je slechte netwerkverbinding die je herinnert aan de begindagen van het internet, een probleempje dat nog wordt verergerd door de compleet nutteloze beelden die opgeslagen werden in bitmap in plaats van in jpg, waardoor je bestanden 20 MB wegen en de VPN een uur nodig heeft om alle documenten te uploaden. Ondertussen heb je links je ene kind zitten en rechts je andere. Op de achtergrond kletst je partner erop los, omdat hij of zij ook niet door dat je aan het werken was. Enfin, een poging ondernam, toch.

Business en uitwisselingen in de cloud zijn een wetenschap die we nog niet echt onder de knie hebben. Het virus verplicht ons om de virtuele verhoudingen te testen. Na de zorgen uit de reële wereld, de problemen met kabels voor beamers en vergaderzalen die gereserveerd hadden, leren we nu omgaan met technologieën die niet eens zo nieuw zijn. Maar we hebben geen keuze: we moeten evolueren.

Los daarvan wordt me sterk afgeraden vanavond een bezoek te brengen aan mijn moeder. Ik zou haar beter skypen, anders zal ze eraan gaan. Mijn moeder, die de oorlog nog heeft meegemaakt. De echte, en van dichtbij. Haar man leeft al een jaar in de cloud. Ik ga een pint pakken bij mijn moeder. Met mijn ogen zal ik haar omhelzen.

Archief / BRANDS