Fr

INTELLIGENCE

Seen from Space: Radio piekt nog steeds, streaming moet nog even geduld oefenen

Zondag 23 Februari 2020

Seen from Space: Radio piekt nog steeds, streaming moet nog even geduld oefenen

Vorige week onthulde de CIM Radio Audience Measurement-studie (RAM) zijn recentste cijfers. Dat leidde zoals gewoonlijk tot een hele reeks commentaren bij de stations en regies: van tevredenheid tot verrassing. Anderen preciseerden zeer terecht dat audio vandaag meer is dan radio.

Daarom is de Establishment Survey (ES) van het CIM een nuttig hulpmiddel. Sinds drie golven meet die op declaratieve basis de tijd die besteed wordt aan de verschillende audiovormen. Dat gebeurt aan de hand van een eenvoudige vraag: 'Hoelang heeft u gisteren geluisterd naar...?'. Daarbij kan de respondent kiezen uit radiostations, muziekstreaming (Spotify, Deezer...), webradio's, apps die meerdere zenders aggregeren (TuneIn, Radio player...), muziek via videoplatformen zoals YouTube en 'muziekzenders zonder beeld'.
De concurrentie voor de radio komt niet per se uit de verwachte hoek. Als we de verschillende tijden samenvoegen om aldus een dagelijkse penetratie te verkrijgen, blijft radio met stip nummer een in het totale audiolandschap, ook al liggen de prestaties beduidend hoger bij de Vlaamse bevolking, zowel inzake penetratie (77% vs 66%, in 2019) als wat de luisterduur aangaat. Zo zegt bijna 32% van de Nederlandstaligen dat ze meer dan twee uur per dag naar de radio luisteren, tegenover minder dan 18% in het zuidelijke landsgedeelte.

Videoplatformen (!) staan op twee aan beide zijden van de taalgrens, maar inzake penetratie is er een verschil van bijna 10 punten tussen de twee. Het lijkt bijna alsof de Franstaligen hun lagere radioconsumptie compenseren via YouTube & Co.

Wat de andere audiovormen betreft, liggen beide regio's veel dichter bij elkaar. Audiostreaming boekt een gestage vooruitgang doorheen de achtereenvolgende ES-golven, maar toch is Spotify vandaag nog geen te gevaarlijke concurrent voor de radio.

Audio staat dus voor veel meer dan radio, ook al blijft laatstgenoemde de favoriete audioactiviteit van de Belgen. Bij de landgenoten jonger dan 45 zit er weliswaar sleet op. De traditionele radio veroudert, maar in dit stadium is dat nog niet alarmerend.
Het gewicht van de 55-plussers binnen de verklaarders neemt dus toe, zeker in het noorden, waar het 40% bedraagt. Radio is daarentegen uniseks en bereikt evenredig alle sociale groepen. Als er via het internet geluisterd wordt (een occasionele consumptievorm voor 25% van de respondenten) heeft de radio een omgekeerd profiel: neutraal wat de leeftijd betreft, maar selectief op de mannen en de hogere sociale klassen.

Ook de toestellen waarop naar de radio geluisterd wordt, hebben een sterk verschillend profiel. Het traditionele radiotoestel (dat achteruitgaat) heeft een oud profiel, in tegenstelling tot de smartphone. Daartussenin hebben de minst technologische oplossingen (autoradio, televisietoestel) ook oudere en minder mannelijke profielen.

DAB is een uitzondering en is een technologische oplossing die vooral ouderen aantrekt, wellicht vooral vanwege de hoge prijs. DAB en DAB-autoradio worden aangegeven door slechts 6% en 7% van de bevolking.

Op twee in de audioconsumptie staat het beluisteren van muziek via een videostreamingplatform: dat doen vooral respondenten jonger dan 35. In feite stemt het profiel van diegenen die YouTube als jukebox gebruiken overeen met de YouTube-gebruikers in het algemeen. Op drie staan streamingdiensten als Spotify of Deezer. Daar vinden we precies hetzelfde profiel als dat van Netflix: erg jong (meer dan 60% is tussen 12 en 34 jaar) en beter begoed (67% behoort tot de sociale groepen 1-4). Tot zover voor de drie voornaamste vormen van audioconsumptie. De andere worden door een minderheid geconsumeerd en vormen de 'long tail' van audio.

Archief / INTELLIGENCE